Een gesprek met Carolina Verhoeven, die onder andere de samenhang tussen dood en leven onderzoekt.
J. Waarom praat ik eigenlijk met je, Carolina?
C. Vermoedelijk omdat ik al dertig jaar de conservering van voedsel onderzoek. Voedsel heeft een enorme praktische en symbolische betekenis. Als je het conserveert, overleef je een schrale winter maar heb je ook altijd iets lekkers in huis als je gasten krijgt, bijvoorbeeld om een ijkpunt in een mensenleven te vieren: een bruiloft, begrafenis…
J. Grappig dat je dat zegt. Alle begrafenissen en uitvaarten die ik meemaak, lopen uit op iets blijs en feestelijks. Niet voor iedereen misschien maar wel qua sfeer. Herken je dat?
C. Ja. Er is altijd ook wel iets te eten en te drinken. En in een samenleving zonder koelkasten en supermarkten spreekt de aanwezigheid van iets lekkers niet vanzelf. Vandaar de noodzaak tot conservering. Daarvan profiteren niet alleen de nabestaanden maar ook de overledenen zelf. De gewoonte om voedsel mee te geven in iemands graf, bestaat al sinds duizenden jaren. De Egyptische farao Toetanchamon kreeg bijvoorbeeld een lading wijn, dus gefermenteerd en geconserveerd druivensap, mee ‘voor onderweg’. Heel wijdverbreid was en is ook het gebruik om graan op of in het graf te strooien. Gedroogd en dus geconserveerd graan is een machtig symbool van schijnbare dood en wedergeboorte.
Een opmerkelijke variant daarvan is een oud rijmpje naar aanleiding van de dood van een imker. Een nabestaande spreekt de bijen (= immen) van de overledene toe, meldt dat hun heer gestorven is, belooft om even goed voor ze te zorgen als de imker deed, en verwacht honing en was in ruil.
Er is continuïteit tussen het leven van voor en na de dood. De dood is geen strikte scheidslijn, misschien wel tussen individuen maar niet binnen de grote stroom van het bestaan.
J. Ik heb gelezen dat voedsel ook een rol speelt in de vormgeving van graven. Klopt dat?
C. Absoluut. Ik heb daar veel voorbeelden van verzameld. Een graf laat vaak zien waarmee de overledene zijn of haar brood heeft verdiend of zich onderscheiden heeft. En omdat niets zo essentieel is als voedsel, komt dat thema op zerken vaak terug, bijvoorbeeld in de vorm van een graanschoof, een molen, een berg aardappels of een vissersboot. Dat die keuze van onderwerpen geen toeval is, blijkt meteen zodra je de boot, het graan, de aardappels en de vis in je hoofd vervangt door gereedschap zoals een computer, een kassa of een vulpen. Dat schuurt. Voedsel verbindt generaties op een manier die een computer niet voor elkaar krijgt.
Links: een molenaar uit ???
Rechts: een palingvisser uit Zoutkamp
J. Maar staat dat marmeren graan niet érg ver weg van de echte eetervaring? Als ik zou moeten kiezen tussen een marmeren haring of een echte, zou ik het wel weten…
C. Zeker. Ik ook. Maar de wereld van de zerken en de grafmonumenten is veel rijker dan je misschien denkt. Ik ken ook een grafzerk in de vorm van een vol glas donker bier inclusief stenen schuimkraag. Wie zou daaronder liggen? Misschien wel de uitvinder van een nieuw donker bier. Of een verstokte kroegklant, iedereen uitlachend die hem/haar de drank ooit uit het hoofd heeft willen praten. Of iemand die met het glas in de hand staat te wachten op het blijde moment dat een geliefde nabestaande zich bij hem/haar in de hemel voegt. De verhalen liggen voor het oprapen. En grafzerken kunnen nóg welsprekender zijn dan een vol glas bier. In de VS bestaan zelfs grafzerken met recepten erop. Ik ken er eentje met een ingrediëntenlijst voor sprits, kennelijk van iemand die na de dood eindelijk zijn/haar geheime spritsrecept onthult. Kijk maar hieronder.
Er bestaat ook nog een andere, tweedelige zerk, ditmaal met een fudgerecept, en die vermeldt niet alleen de ingrediënten maar ook wat je ermee doen moet. Het linkerdeel bevat het complete recept. Het rechterdeel is een soort stenen boek met daarop vijf verschillende voornamen en evenveel gelijke initialen als achternaam. Zijn dat vijf kinderen onder één zerk? Dat is niet onmogelijk maar ook niet erg waarschijnlijk. Ik kan me desnoods voorstellen dat je iemand iets meegeeft ‘voor onderweg’…
… maar een recept meegeven impliceert dat ’onderweg’ naar de hemel ergens ingrediënten te koop zijn, en dat lijkt me stug. Het enige alternatief dat ik bedenken kan, is dat een ouder vanaf de andere kant van het graf zijn/haar nageslacht toespreekt, maar dat is wat mij betreft net zo eigenaardig.
Denk overigens niet dat zulke hoogstpersoonlijke benaderingen van het grafzerkgebeuren exclusief Amerikaans zijn. Hieronder vind je een foto van een Brabantse zerk met onder andere kunst-egels erop. In Nederland zijn egels tegenwoordig beschermd, maar bij de Roma en Sinti is het ooit traditie geweest om tijdens een begrafenis egels met dunne pasta te eten. Onder deze zerk ligt dan ook een echtpaar uit die bevolkingsgroep begraven. Ik heb een dame van 85 gesproken die zich dat gebruik nog herinneren kan. Het zegt iets over de macht van de traditie dat egels nog steeds grafzerken sieren en dat een plastic egel altijd beter is dan niets…
Er was in het Wereldmuseum in Rotterdam een tentoonstelling met grafkisten die aangaven wat de dode had gedaan of nog ging doen. Anka zal opzoeken wat we erover in Bouillon hebben geplaatst.