Als de verhalen kloppen, nuttigde hij zelfs het gemummificeerde hart van een van de beroemdste Franse koningen – een Britse aartsbisschop had het te pakken weten te krijgen…
De Britse dierkundige en paleontoloog William Buckland stond in zijn tijd – de eerste helft van de 19de eeuw – bekend als ‘de man die alles at’ en als de man die tijdens zijn leven alles van alle dieren ter wereld geproefd wilde hebben. Zelfs de mens ontsnapte niet aan zijn eetlust. Als de verhalen kloppen, nuttigde hij zelfs het gemummificeerde hart van een van de beroemdste Franse koningen – een Britse aartsbisschop had het te pakken kunnen krijgen – en Buckland at er gretig van. Alleen is er verwarring over de vraag wie die koning was. Op het internet vind je vaak Lodewijk XVI genoemd, de man die in 1793 zijn hoofd verloor onder de Parijse guillotine. Maar volgens de website van de Westminster Abbey was het de 17de-eeuwse Lodewijk XIV, de ‘Zonnekoning’ die het paleis van Versailles liet bouwen. Laat ik het daar maar op houden.
Buckland verrichtte een keer sectie op een kaaiman en organiseerde na het werk een maaltijd. Alle gasten waren vol lof over zijn soep, maar toen hij liet doorschemeren dat de bouillon van het kaaimanvlees getrokken was, werd iedereen bleek. Gasten renden zelfs de kamer uit. Buckland riep: ‘Nu zie je hoe je fantasie je parten speelt! Als ik gezegd had dat het soep was van een schildpad, vogelnestjes, een amfibie, visgluten of de snavel van een zeevogel zou iedereen het lekker hebben gevonden en had niemands spijsvertering eronder geleden.’ Die opmerking was in zekere zin terecht. Maar alleen in zekere zin, want Bucklands alternatieven zijn tegenwoordig nauwelijks aantrekkelijker dan een kaaiman: schildpadden (aandoenlijke dieren), eetbare vogelnestjes (puur vogelspuug), amfibieën (vast padden), visgluten (vast niet glutenvrij), snavel… Historisch gezien bestaan er dus allerlei graden van walgelijkheid.
Nóg opmerkelijker was echter het gesprek dat volgde: ‘Was het echt een kaaiman?’ vroeg een dame. ‘Natuurlijk niet,’ zei Buckland. ‘Het was net zo’n kalfskop als onze koning (as good a calf’s head as ever wore a coronet).’ Dat is grappig, want nauwelijks twee eeuwen later zou bijna elke Nederlander juist bij de gedachte aan een kalfskop van tafel zijn gerend om thuis smeerlapperijen uit de chemische industrie te gaan eten.
Er bestaat kennelijk een heimelijke band tussen koningshuizen en kalfskoppen. Buckland legde verband met het IQ van het Britse koningshuis, en volgens de charmante website chez-gram.com is er ook een relatie tussen de Franse koning Lodewijk XVI en een kalfskop. Elk jaar organiseert de kalfskoppen-confrèrie van La Rochelle op 21 januari (de dag waarop Lodewijk in 1793 zijn hoofd verloor onder de Parijse guillotine) een grote feestmaaltijd waarop deze, door de slager uitgebeende delicatesse centraal staat. Het schijnt oorspronkelijk een varkenskop te zijn geweest, maar dat veranderde in de loop van de 19de eeuw – niemand schijnt te weten waarom. De kalfskop zal trouwens ook wel niet complimenteus bedoeld zijn.
Je weet dat er in Frankrijk talloze culinaire broederschappen bestaan. Minstens een ervan is aan de kalfskop gewijd. Op de foto staat de broederschap van de kalfskop uit La Rochelle in 2019 pal voor de verdediging van het Franse culinaire erfgoed.
Foto: Alacoolwiki